Rondje Schotland
Door: Nico de Vries
Blijf op de hoogte en volg Nico
25 Juli 2016 | Verenigd Koninkrijk, Corpach
Dag 35: donderdag 21 juli 2016: Adrishaig – Crinan:
Vanmorgen bij de douche vraag ik aan een bemanningslid van een Franse boot of hij ook door het Crinan Canal gaat en zo ja of ze mij willen helpen in de sluizen. Ik weet dat ze met vijf man aan boord zijn. (Ze lagen ook aan een mooring in Lochranza) Geen enkel probleem, zegt hij.
Even later staan er twee twintigers naast de boot; we gaan jou helpen! Twee Duitse jongelieden. Eén ervan is de schoonzoon van de Franse schipper. Het zijn Björn en Benny.
Uiteindelijk wordt het een internationaal gezelschap: drie Fransen op hun schip, een Engels echtpaar op hun schip en een Hollander met twee Duitsers op de Almare.
Zoals gezegd moeten we alle zeer ouderwetse sluizen zelf bedienen. Behoorlijk zwaar werk!
Maar het weer en de stemming is goed; bijna alles gaat ven een leien dakje. Behalve bij de laatste sluis. Mijn landvast bleef haken in de bovenkant van de sluiswand. De achterzijde van de Almare ging niet meer naar beneden. Landvast doorsnijden, nee, dat was niet nodig, met een fikse ruk aan het touw viel de Almare een halve meter met een plons naar beneden.
Lunchen deden we met zijn allen op de Franse boot. En Fransen weten hoe ze een lunch moeten bereiden. Met de nodige wijn erbij werd het een feestmaaltijd.
Tegen vijven bereiken we het eindpunt Crinan. Eigenlijk wilde ik het kanaal in twee etappes verdelen maar de Fransen willen dit weekend in Oban zijn. En met twee goede hulpen aan boord kun je beter doorgaan.
Het Crinan Canal is mooi. Afwisselend ga je tussen de bergen en door de bossen. Het eindpunt Crinan is ook mooi. Ik had echter een dorpje verwacht. Er is een haven, de zeesluis, er is een werf en een hotel. Ik wil naar een winkel want mijn gasten hebben mijn voorraad drinken opgemaakt.
Volgens het Engelse echtpaar is er in de directe nabijheid geen winkel.
Ik weet nog niet wat de volgende haven is. Dat zien we morgen dan wel weer.
Dag 36: vrijdag 22 juli 2016: Crinan Canal – Craobh Haven:
Vanmorgen naar de chandrely gefietst en brandspiritus gekocht. Het is een kleine winkel voor scheepsbenodigdheden naast een werf. Brood verkopen ze ook. Ze hebben brandspiritus in 4 liter flessen.
Vorig jaar in Leba (Polen) heb ik een hele dag naar brandspiritus gezocht! Nu heb ik voldoende voor de rest van de reis.
Ik gebruik trouwens ook een elektrisch kookplaatje en een waterkoker. Dat kan natuurlijk slechts in een haven als er een walvoeding is. Het bespaart veel brandspiritus.
Veel foto’s gemaakt in het kleine haventje van Crinan. Het is er mooi, maar er is verder niets te beleven. Ik wil verder varen. Naar Oban vind ik te ver. Daarom gekozen voor de jachthaven van Craobh. Spreek uit als Croe. Het is een naam in het Gaelic.
De afstand is minder dan 10 mijl en ik maak vast in de mooie jachthaven om 2 uur. Door 3 eilanden te verbinden heeft men een jachthaven gecreëerd. Het ernaast liggende dorpje Craobh is erg klein. Er is een bar met een klein winkeltje waar de broodnodige dingen worden verkocht. Hier kan ik mijn drankvoorraad weer aanvullen. Gisteren ging alle drank naar mijn Duitse (werk)-gasten.
Bij het vullen van de benzinetank viel de afsluitdop van een jerrycan in het water. Het is er ongeveer 65 meter diep. Die is dus voorgoed verdwenen. Ondertussen heb ik een nood-sluiting gemaakt.
Volgens de havenmeester kan ik morgen om 12 uur doorvaren richting het eiland Kerrera. Kerrera Marina ligt tegenover Oban. Als ik hier om 12 uur vertrek heb ik een uurtje later de stroom mee naar Kerrera. Volgens de havenmeester kan ik de afstand in 3 – 4 uur overbruggen. Ik geloof er niets van, waarschijnlijk heeft hij een snel motorschip. Het is (hemelsbreed) een afstand van 27,39 mijl. In deze haven ontmoette ik Joke en Rob weer. Twee Friezen die nu in Schotland wonen en werken.
Ik za ze eerder in de haven van Holy Loch. Meer Nederlanders heb ik aan de westkust van Schotland nog niet gezien. Dat zal in het Caladonian Canal wel het geval zijn. Het is een populaire bestemming voor zeilers. Binnen een week kan ik in dit kanaal zijn.
Dag 37: zaterdag 23 juli 2016: Craobh – Oban Marina op het eiland Kerrera:
Omdat ik vermoed dat ik langer onderweg ben vertrek ik iets voor half twaalf. Direct uit de haven van Craobh kunnen het grootzeil en de fok worden gehesen, Ik bevind me echter tussen vele eilandjes en moet vaak mijn koers wijzigen, daarom blijft de motor standby. Dat was niet echt nodig bleek later. Tussen de eilanden zijn vernauwingen waar behoorlijke draaikolken ontstaan die de Almare soms tot 90 graden van koers doen veranderen.
De gehele route was te bezeilen. Als ik langs alle eilandjes ben kan ik bij Ellenabreich mijn koers direct op Kerrera richten en kan de motor worden uitgeschakeld. Alle zeilstanden – voor de wind, met halve wind, aan de wind, bakstagwind en met het melkmeisje – heb ik gebruikt gedurende de vele koersveranderingen.
Op weg naar Kerrera merk ik dat ik niet op de juiste koers zit. De coördinaten die ik in de GPS heb gezet blijken verkeerd te zijn. Tijdens de vaart kan ik e.e.a. aanpassen. Nu blijkt dat de totale afstand slechts 17,5 mijl is in plaats van 27,39 mijl! Oeps, een foutje van deze zoetwatermatroos. De havenmeester van Craobh had gelijk moet ik bekennen. Na 3,5 uur kon ik al vastmaken in Oban Marina op het eiland Kerrera. Eiland 108 op mijn lijstje.
Het was de hele tocht bewolkt maar niet koud. Pas in de avond begint het weer te regenen.
Inderdaad, nu ik in de buurt kom van het Caledonisch kanaal zie ik meer Nederlandse schepen. Ik lig nu naast de Aquarel van Otto van Boxtel. Hij organiseert zeilreis-vertellingen en schrijft af en toe voor het magazine Zeilen. Een ietsje verderop ligt de Polyander, een schitterende Atlantic 43 van Cees en Margriet van Rees. Ook aan boord is Leonie Schroten. Met haar vader Wychert heb ik jarenlang gevolleybald in Mijnsheerenland. Soms lijkt de wereld erg klein.
Ik blijf hier twee nachten. Morgen wil ik het eiland verkennen en met een kleine ferry naar Oban varen om boodschappen te doen.
Dag 38: zondag 24 juli 2016: Kerrera – Oban:
Om 11 uur stap ik op de ferry. De ferry woman is de vrouwelijke havenmeester, volgens mij beheert ze ook de bar. Ik was reeds gewaarschuwd, het is een humeurig mens. Dat heeft zijn redenen volgens mij. Men is bezig de marina te sluiten. Veel wc’s en douches functioneren niet en zij lijkt het geheel in haar eentje te runnen.
Op mijn fietsje verken ik Oban. Vanaf Oban zijn veel veerverbindingen met omringende eilanden. Je hoort hier verschillende talen. Oban is druk en gezellig, het stadje is klein en ik raak er snel uitgekeken. Nadat ik de boodschappen heb gedaan bij een Tesco supermarkt keer ik met de ferry van 3 uur terug naar het eiland want ook het eiland moet nog worden verkend.
Hoewel het eiland redelijk groot is wonen er weinig mensen. Er zijn geen verharde wegen, ook fietsen lukt er niet. De uitbundige natuur heeft zelfs de voetpaden bijna overwoekerd. Op een hoog punt heb je goed uitzicht over Oban, de baai en de bergen.
Ik voel me een geluksvogel om in dit gebied te mogen zeilen.
Morgen ga ik naar het Caledonian Canal. De ingang is niet bij Fort William maar bij Corpach. Bij laag water kun je niet in de sluis! Wellicht moet ik een mooring zoeken bij Fort William.
Volgens Windguru zal er weinig wind zijn. De afstand is ongeveer 29 mijl.
Dag 39: maandag 25 juli 2016: Kerrera – Corpach (Caledonian Canal):
’s Morgens vroeg is het nat en het waait. Ik sta vroeg op en ben om kwart voor acht op het water, grootzeil en fok worden gehesen en de motor gaat uit en omhoog gekanteld. Hoewel het in het begin erg regent wordt het een mooie zeildag. In het begin ging het met snelheden tot 7 mijl, later veel minder maar ik blijf zeilen.
Tot het punt Carron Narrow. Het wordt plotseling bladstil. Ik start de motor en strijk de zeilen. Bij Carron Narrow is het erg nauw, de stroom staat plotseling tegen. Het motortje doet flink zijn best om een snelheid (over de grond) van bijna 3 mijl te halen.
Daarna is er minder tegenstroom en kan ik vol gas geven. Het is namelijk om circa 11 uur hoog water in Corpach. De zeesluis wordt bediend 4 uur voor en 4 uur na hoog water. Ik ben er om half drie en mag direct de sluis in. Na de sluis kan ik in het Bassin aanleggen. Het Bassin ligt tussen de zeesluis en een dubbele sluis.
Mijn tablet wijst me de weg naar een tankstation in Fort William. Er heen is het droog maar terug gaat het weer regenen. Ik heb nu genoeg brandstof voor het kanaal.
Over het weer gesproken; op het moment is het koud en nat. Vanmorgen vroeg was het 12 graden, later op de dag 15! Ik was ervoor gewaarschuwd; Schotland is koud en nat.
De mooie omgeving maakt veel goed.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley