Rondje Schotland
Door: Nico de Vries
Blijf op de hoogte en volg Nico
06 Juli 2016 | Verenigd Koninkrijk, Edinburgh
Dag 16: vrijdag 1 juli 2016: Blyth - Amble:
Voor mijn vertrek uit Blyth help ik een Nederlands echtpaar om vast te maken. Zij hebben rond de wereld gezeild en doen nu de oostkust van Engeland en Schotland.
Er is weinig tijd om te kletsen, ik wil weg want het weer is nu redelijk: windkracht 4 -5. Maar men waarschuwt ook voor windkracht 6 – 7. Cyclonic! De wind kan van alle kanten komen!
In een sneltreinvaart zeil ik naar Amble. Ik vertrek om 9 uur en arriveer om 12.15 uur in de jachthaven van Amble. Gevaren afstand: 17,3 mijl met een gemiddelde snelheid van > 6 mijl.
De havenmeester luistert uit op kanaal 80 en verwijst mij naar box C8 en komt zelfs helpen met vastmaken. Later wordt de Nederlandse vlag gehesen.
Om in Amble te geraken met je langs het Coquet Island. Er staat een oude vuurtoren; deze is niet meer in gebruik. Je kunt binnendoor tussen het eiland en het vasteland maar dat is een route waarvoor local knowledge een voorwaarde is. Ik zeil rond het eiland waar het diep genoeg is.
Het is wisselend weer, warm en koud; droog en nat.
Het is verboden om Coquet-eiland te bezoeken, het is vogelgebied. Jammer. Op de vogeleilanden wordt aangeraden in mei, juni en juli een hoed of pet te dragen. Broedvogels kunnen zich agressief gedragen.
Nadat ik Amble heb verkend en geld uit de muur heb gehaald zie ik een diep donkere lucht.
En inderdaad, om 4 uur ’s middags begint het kort te stormen en te regenen. Ik ben blij dat ik veilig in de haven lig. Met de boeg van de Almare in de wind, tijdens de korte storm en de felle regenbui laat ik het luik open.
Ik heb al voor twee nachten geboekt want voor morgen is er zwaar weer voorspeld. Waarschijnlijk blijf ik nog een dag extra verwaaid liggen want ook zondag is het weer slecht.
Gedwongen rustdagen! Waarschijnlijk wordt de volgende haven Eyemouth. Afstand circa 39 mijl.
Een Schots gastenvlaggetje heb ik hier kunnen kopen. Het wordt in Schotland niet op prijs gesteld als je met de Engelse gastenvlag binnenvaart.
Gelukkig, mijn tablet doet het weer. Na een uurtje in de felle zon functioneerde het apparaat weer. Nu kan de digitale kaart me precies zeggen waar de Almare zich bevind.
Dag 17: zaterdag 2 juli 2016: Verwaaid in Amble:
Er is een wasmachine in de jachthaven maar de droger is kapot. Ik kan moeilijk de Almare volhangen met wasgoed, bovendien regent het regelmatig. Daarom was ik een aantal onderbroeken met de hand. Aan de reling drogen ze goed, als het regent haal ik ze naar binnen.
Tijd voor kleine karweitjes: spiritus brander vullen; benzinetank vullen; benzine kopen; watertank vullen; koelkast schoonmaken en boodschappen doen.
Als ik ’s middags door Amble loop begint het weer te plenzen. Ik vlucht naar een visrestaurantje. Het ene moment is het weer erg goed. Daarna volgen er fikse windvlagen en regent het af en toe.
In Nederland is het niet beter merk ik via het internet.
’s Avonds lukt het wel om een evening walk te maken.
Amble is een leuk plaatsje. Vroeger was er een spoorverbinding van de kolenmijnen naar het plaatsje. De mijnen zijn intussen gesloten. Men neemt het Thatcher nog kwalijk. Ook de visserij is niet meer wat het is geweest. In Grimsby waren vroeger 200 trawlers, nu nog drie. En de scheepswerven zijn verdwenen. Schepen worden nu in de lage lonen landen gebouwd.
Armoe troef aan deze mooie kust. Je ziet het aan de mensen en hun huizen.
Als volgende haven had ik Eyemouth gepland. Maar ik kan pas laat vertrekken. Vermoedelijk om circa 11 uur. Ik wil eerst overleggen met de havenmeester. Waarschijnlijk maak ik een tussenstop bij Holy Island. (Lindisfarne) Ik moet er ankeren.
Dag 18: zondag 3 juli 2016: Amble – Eyemouth:
Amble is een getijdehaven. Het gedeelte waar de Almare ligt valt niet droog. De havenmeester legt uit waar je kunt zien wanneer er twee meter water staat. Na de jachthaven is een drempel en ook bij de grote haveningang. Als ik om 11.30 uur vertrek ataat er voldoende water om beide drempels te nemen.
Buiten de haven hijs ik de fok; ik laat de motor meedraaien want de af te leggen afstand is meer dan 40 mijl. Er zijn ankerplekken onderweg maar ik wil er geen gebruik van maken want er zijn windvlagen van windkracht 6 en 7. Het slaapt dan erg onrustig.
Het eerste deel van de tocht gaat niet snel; er staat meer dan 2 mijl stroom tegen. Volgens mijn gps is de ETA (estimated Time of Arrival) na 12 uur ’s nachts. Als het tij keert gaat het sneller en uiteindelijk passeer ik de haveningang van Eyemouth om acht uur.
Het laatste deel ging moeizaam, er kwam veel water over. Ik hoef de eerste maanden niet te douchen.
Er liggen vier Nederlandse zeilschepen in Eyemouth. Grappig, je ontmoet steeds dezelfde zeilers.
De walvoeding werkt nog niet. Dat moet ik morgen in orde brengen. De accu van de Almare is bijna vol. Maar de accu van de laptop raakt leeg, ik moet stoppen met mijn verslag.
Morgen ga ik Eyemouth verkennen. Is er een wasmachine en een droger?
Dag 19: maandag 4 juli 2016: Eyemouth:
Er is een wasmachine en ook een droger. Wasdag!
’s Middags – op het moment dat ik Eyemouth in wil – gaat het regenen. Later lukt het om op de fiets het plaatsje te bezoeken.
Het is een vissershaven. Grote vrachtwagens vervoeren vanuit Eyemouth visprodukten. Omdat er steeds minder mag worden gevist zijn zeiljachten ook welkom in de erg beschutte haven.
Mijn fiets geparkeerd aan een groot anker voor het visserijmuseum. In het museum worden scheepsvormen uit de gehele wereld getoond. Ook wordt veel aandacht besteed aan de walvisvaart.
In de namiddag twee jerrycans benzine gehaald. Ik gebruik de motor te veel.
Morgen moet ik vroeg opstaan voor een lange tocht naar Edinburgh. Ik wilde deze tocht in twee etappes afleggen maar de haventjes onderweg worden niet aanbevolen. Weer een lange dag. De afstand is ongeveer 44 mijl. Er is weinig wind maar deze komt uit het westen en ik wil naar het westen.
Het is koud en nat! Echt Schots weer. Volgens een Schotse visser bestaat er geen slecht weer, maar wel slechte kleding. Ik zal me waterdicht inpakken.
Dag 20: dinsdag 5 juli 2016: Eyemouth – Edinburgh (Granton Harbour)
Tegen zessen word ik wakker, het is droog met een deels blauwe hemel. Daarom, niet meer aarzelen en zo snel mogelijk vertrekken. Om 7 uur vertrek ik.
Een buurman had het al verteld; soms komt een zeehond om vis bedelen bij de vissers in de haven. Eerst zien en dan geloven dacht ik. Maar tussen tientallen meeuwen was er een zeehond in de haven. Een zeehond kan ontzettend veel lawaai maken.
Het eerste deel van de tocht gaat zwaar, de zee is erg onrustig voor Eyemouth. Later gaat het beter en heb ik vrijwel de gehele reis de stroom mee. Het zicht is vandaag erg goed.
Na de plaats Dunbar kom ik aan bij Bass Rock. Op deze rots nestelen duizenden Jan van Genten. Ik zag er ook veel op Helgoland enkele jaren geleden. De kleur van de rots wordt bepaald door de vogels en het vogelpoep. En ik zie weer dolfijnen.
Het zit weer niet mee met de wind, de gehele reis tegen. Als ik na Bass Rock mijn koers 60 graden moet aanpassen lukt het nog niet om te zeilen, de wind draait; weer tegen. Het laatste stuk gaat erg moeizaam want er kwam meer wind.
Ik vaar op met het passagiersschip de Rotterdam. Beiden gaan we richting Edinburgh. Het grote schip is er trouwens uren eerder. Na een lange reis van 10 uur leg ik om vijf uur vast in Granton Harbour, Edinburgh. Nadat ik schoon schip heb gemaakt wil ik me melden bij de havenmeester maar hij is al naar huis.
In de loop van de haven zie ik veel schepen omvallen. Een groot deel van de haven valt droog!
Ik lig aan een ponton en meet op een bepaald moment 1,1 meter diepgang. De kiel en het roer van de Almare zakken weg in het slik. Geen wonder dat er zo weinig schepen aan het ponton liggen. Ze zijn allen een haven verder gevaren. Bovendien is er geen elektriciteit op het ponton.
Edinburgh is een stad waar je een dagje langer moet doorbrengen. Bovendien moet er extra worden geproviandeerd. Ik weet niet of ik op het Forth & Clyde Canal een winkel tegenkom.
Ik moet me vooraf melden voor de doorgang van het kanaal. Er zijn nog al wat haken en ogen.
Waar kan ik bij voorbeeld de mast strijken? Morgen wil ik eerst overleggen met de havenmeester.
Dag 21: woensdag 6 juli 2016: Edinburgh:
Een havenmeester heb ik niet meer gezien. In een kastje bij de uitgang liggen enveloppen met instructie hoe je kunt betalen. Een douche en toilet kan ik niet vinden. Kortom, een rothaven.
Later legt een local me uit dat er nog een gebouw is waar ik me kan melden, naar het toilet kan en kan douchen. Hij verontschuldigt zich enigszins, gisteren hielp hij me met het aanmeren van de Almare, maar hij dacht dat ik ook een local was. Als ik hem vraag waar een supermarkt is maakt hij alles goed en brengt mij en mijn fiets in een grote Mercedes naar de supermarkt.
’s Morgens is het weer erg goed en kan ik natte spullen uit het vooronder drogen. Als het ruig weer is en de Almare erg stampt komt er water tussen de romp en het dek door. Op hoeveel manieren kan een schip lekken? De lekkage tussen romp en ballasttank heb ik bij de laatste winterbeurt kunnen verhelpen. Ook het luikje lekt niet meer. Nu volgt weer een andere omvangrijke winterklus.
Als ik naar het centrum van Edinburgh fiets is het nog droog maar als ik er ben gaat het weer regenen. Toch kan ik op de fiets veel bijzondere plekjes bekijken. Edinburgh Castle en Camera Obscura had ik bij een eerder bezoek met Henny (in een vorige eeuw) al gezien.
Terug aan boord neem ik telefonisch contact op met de sluiswachter van de Carron Sea Lock.
Hij noteert al veel gegevens en vertelt mij hoe laat ik van Port Edgar moet vertrekken om tijdig bij de sluis aan te komen. De rivier kan slechts bij hoog water worden bevaren en voor één brug mag er niet te veel water staan anders kun je er niet onderdoor. Hij wil me nog het telefoonnummer van het begeleidingsteam geven maar de telefoonverbinding valt weg. Er gaat een heel team mee om de 39 sluizen te bedienen. Ze helpen ook met de landvasten want er zijn geen bolders in de sluizen.
Als om half vier het water hoog genoeg staat ga ik van de Granton Jachthaven in Edinburgh naar Port Edgar in Queensferry. Ongeveer 7 mijl varen. Onderweg vaar ik onder twee gigantische bruggen door. Erg bijzonder is The Forth Bridge, een stalen constructie gebouwd in 1890. Over de brug gaat ook The East Coast Mainline Railway van Londen naar Aberdeen. De tweede brug is The Forth Road Bridge, gebouwd in 1964. Een derde grote brug, wordt gebouwd door BosKalis en is in aanbouw. Deze brug passeer ik morgenmiddag. Ik vaar dan over de Firth of Forth richting Grangemouth en River Carron. Veel zeeschepen varen naar Grangemouth.
Zo te zien is de levensstandaard in Schotland hoger dan aan de oostkust van Engeland. De mensen zijn beter gekleed, vriendelijk en beter aanspreekbaar.
Morgenvroeg ga ik de mast strijken.
-
07 Juli 2016 - 09:59
Leis Willemstein:
Nico, wel spannend allemaal. Ik vind het super wat je aan het doen bent. -
07 Juli 2016 - 13:45
Louis Van Duuren:
Hoi Nico, leuk dat we je zo kunnen volgen. Met Google Earth krijg ik ook een goede indruk van waar je bent en hoe het er daar uitziet. Behouden vaart! Louis.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley